Ook in een nieuwbouwhuis kan men te maken krijgen met koolmonoxide. Ook bij een goed functionerende CV ketel met gesloten systeem, kunnen lage concentraties koolmonoxide vrij komen. Omdat deze nieuwbouwhuizen in de regel goed zijn geïsoleerd, kan het voorkomen dat er te hoge concentraties ontstaan als men de woning niet voldoende ventileert. Daarnaast kan de bron van de koolmonoxide ook bij de buren staan. Via kruipruimtes/zolder kan de koolmonoxide zich verplaatsen naar een naastgelegen woning.
Een koolmonoxide melder bootst het menselijk lichaam na. Op het moment dat er te hoge concentraties (PPM) CO gemeten wordt, dan slaat de koolmonoxidemelder direct alarm.
Voor nieuwbouw en renovatie woningen waarvoor in dit jaar na 1 januari 2003 een bouwvergunning is afgegeven, zijn optische 230V melders verplicht (dus op het lichtnet aangesloten). Dit wordt voorgeschreven in het Bouwbesluit, dat verwijst naar de nationale norm NEN2555. In deze NEN normering staan de technische eisen beschreven waaraan de rookmelder moet voldoen. Tevens wordt er aandacht besteed aan de projectering (=juiste plaats voor de rookmelder). Het staat daar als volgt beschreven (vrije vertaling): Een rookmelder dient in die ruimtes te hangen, die als vluchtweg gebruikt kunnen/zullen worden. De meeste voorkomende plaatsen zijn dus de hal/overloop. Indien een (slaap)kamer alleen verlaten kan worden via een andere kamer (bijv. een woonkamer), dan dient officieel ook in deze (woon)kamer een rookmelder aanwezig te zijn.
Dit zijn minimum eisen die gelden voor nieuwbouw en renovatiewoningen, zoals boven beschreven. Het staat een ieder uiteraard vrij meer rookmelders te plaatsen. Slaapkamers (in verband met roken, aanwezigheid van TV), woonkamers, bergingen zijn allemaal ruimtes waar een brand kan ontstaan (bijv. door kortsluiting, kinderen die met vuur spelen, roken in bed). Voor bestaande bouw (voor bewoning) is er geen verplichting, is het bovenstaande echter wel raadzaam.